Nidos is verantwoordelijk voor de voogdij en begeleiding van jonge vluchtelingen die zonder hun ouders in Nederland verblijven. Binnen Nidos is de interventie ‘Interculturele mediation’ (ICM) ontwikkeld, bedoeld om het welzijn van de jongere en het wederzijds begrip tussen de jongere en de professional te verbeteren. Het Verwey-Jonker Instituut evalueerde deze interventie.
ICM houdt in dat een intercultureel mediator aan de slag gaat met de jongere en de professional (voornamelijk de jeugdbeschermer). Deze mediator ondersteunt de jongere door vertrouwen op te bouwen, emotionele steun te bieden, veerkracht te versterken, het netwerk van de jongere te vergroten en de jongeren te helpen oriënteren op de Nederlandse samenleving. De mediator achterhaalt de achterliggende problematiek en vergroot het inzicht van de jongere in de eigen situatie.
Daarnaast verbetert de mediator het wederzijds begrip tussen de jongere en de professional door inzicht te bieden in elkaars referentiekader. Hierdoor is de professional in staat om de jongere effectiever te begeleiden. Aan het einde van het traject geeft de mediator tips aan de jeugdbeschermer over de begeleiding van jongeren in toekomstige vergelijkbare situaties. Dit versterkt de cultuursensitiviteit van professionals.
Evaluatie
Het Verwey-Jonker Instituut evalueerde de interventie door internationale literatuur te bestuderen, zes cases te analyseren, interviews en documentstudies uit te voeren en twee observaties te doen. Er werden 46 professionals, 15 jongeren en 8 ouders geïnterviewd.
Resultaten
Jongeren, ouders en professionals zijn over het algemeen heel tevreden over ICM. De interventie verbetert het welbevinden en de veerkracht van jongeren, versterkt wederzijds begrip tussen jongere en begeleider, vergroot vertrouwen, bevordert samenwerking, en draagt bij aan de deskundigheidsontwikkeling van professionals. Er zijn ook verbeterpunten. Zo is bij een deel van de jeugdbeschermers nog onduidelijk wat ICM precies inhoudt. Soms is de taakverdeling onduidelijk en komt de adviesfunctie nog te weinig uit de verf. Ook kan de werkwijze van ICM nog preciezer worden omschreven.
In het rapport zetten we uiteen wat de werkzame elementen van de interventie zijn. Ook doen we aanbevelingen om ICM nog verder te verbeteren.