Polarisatie is een toenemend wij-zij denken. Of het nu over boze boeren of de komst van een windmolenpark gaat, er zijn tal van onderwerpen die onze samenleving lijken te verdelen in vóór- of tegenstanders. Verwey-Jonker Instituut onderzoeker Ron van Wonderen weet er alles van. ‘Polarisatie is vaak het eindresultaat van een lang proces. Als je de signalen op tijd herkent, kan het mogelijk zijn om polarisatie om te buigen in verbinding. We hebben tools ontwikkeld die daarbij kunnen helpen’.
Van Wonderen houdt zich voor het Verwey-Jonker Instituut en Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) al geruime tijd bezig met onderzoek naar maatschappelijke spanningen en de daaruit voorvloeiende polarisatie. De eerste keer dat hij er als onderzoeker mee te maken kreeg, was in 2007 toen in een Amsterdamse wijk een homostel was weggepest. Van Wonderen werd toen door de stadsdeelraad gevraagd om onderzoek te doen. Sindsdien heeft hij veel ervaring opgedaan met onderzoek naar de oorzaken van polarisatie en hoe deze zijn aan te pakken. “We hebben tools ontwikkeld die gemeenten, maatschappelijke organisaties en (uitvoerend) professionals kunnen toepassen om polarisatie te herkennen, bespreekbaar te maken en te verminderen.”
Voorbeelden hiervan zijn de e-learning over het herkennen, duiden en verminderen van polarisatie in wijken en een handreiking voor het maken van een structurele analyse van polarisatie.
Opeenstapeling van dagelijkse ongemakken
In wijken ontstaat polarisatie vaak uit een opeenstapeling van dagelijkse ongemakken die te maken hebben met het dagelijks samenleven met elkaar. “Muziek die te hard staat, vuilnis dat verkeerd wordt aangeboden, niet groeten in het portiek. Mensen ervaren sociaal onvermogen of angst om bijvoorbeeld de buren aan te spreken op overlast. Omdat de buren gebrekkig Nederlands spreken, een andere sociaal economische of culturele achtergrond hebben en men daarom niet goed kan inschatten welke reactie te verwachten. De ergernissen stapelen zich op, frustratie en machteloosheid zijn het gevolg. Zeker als het vertrouwen in de politie en de overheid laag is. Dat geeft mensen het gevoel er helemaal alleen voor te staan. En daarmee komt een dynamisch, zichzelf versterkend proces opgang van waaruit ongewenste polarisatie ontstaat”, legt Van Wonderen uit.
Bestaat er dan ook gewenste polarisatie? Jazeker, vertelt Van Wonderen. “Polarisatie kan productief zijn om een verandering in de samenleving op gang te brengen. Soms is polarisatie nodig om botsende standpunten of scheidslijnen of conflicterende belangen helder te maken. Maar als het polarisatieproces te lang doorgaat, is dat schadelijk voor de verbinding in de samenleving, dan ontstaan er gaten in het sociale weefsel.”
Signaleer op tijd de triggerfactoren
Er is vaak de neiging om polarisatie aan te pakken als een veiligheidsissue. Maar de onderzoeker adviseert altijd om bij de aanpak ook het sociale domein te betrekken. “Voor uitvoerend professionals in buurten geldt dat zij het dichtst ‘op het vuur’ zitten, zij zien en horen uit eerste hand wat er zich in een buurt afspeelt, wat de sfeer is en welke problemen spelen. Als er in een wijk eenmaal een oproer is geweest waarbij de politie is ingezet, dan wordt dat vaak vergeten. Maar je moet weten wat er in de wijk speelde voordat het mis ging. Dus praat met de jongerenwerker of de huismeester van een appartementencomplex. Dat zijn mensen die van de dagelijkse ergernissen tussen mensen en groepen op de hoogte zijn. En doe dat het liefste vóórdat het helemaal uit de hand loopt.”
De overheid kan ongewild bijdragen aan escalatie. Van Wonderen ziet dat vaak gebeuren. “Door de verkeerde toon aan te slaan op het verkeerde moment.” In Veenkoloniën Groningen en Drenthe gingen de hakken van bewoners ook in het zand bij de aanleg van windmolenpark N33. Van Wonderen deed er onderzoek naar.
“De bewoners waren aanvankelijk niet tegen de komst van windmolens, maar werden dat wel als gevolg van de manier waarop er met ze om werd gegaan rond de realisatie van dit park. De inspraakprocedure was een wassen neus, er waren alleen voorlichtingsavonden en daar was de boodschap: ‘het gaat gebeuren’. Dat wekte alleen meer woede.” Dat het ook anders kan, bewijst een casus rond zoutwinning nabij Harlingen. Burgers zijn daar volop meegenomen in het proces en een uitgebreid meetnet houdt precies bij of de bodem niet te snel daalt als gevolg van de zout winning. De bewoners hebben de zekerheid dat de zoutwinning direct wordt gestopt als de daling te snel gaat.
Boze burger is juist betrokken
Het is belangrijk dat de overheid in gaat zien dat boze bewoners vaak juist betrokken bewoners zijn. “Als mensen protesteren tegen iets, dan willen ze meestal wel iets anders. Dus dan kun je er samen met wat geven en nemen meestal wel uitkomen. De overheid zou zich veel meer zorgen moeten maken als burgers alles gelaten over zich heen zouden laten komen. Dan is er totaal geen betrokkenheid meer.”
De overheid is technocratisch ingericht en communiceert op basis van rationele argumenten. Maar onrust is deels ook irrationeel. Daarvoor heeft de overheid geen goede antenne ontwikkeld, vindt de onderzoeker. “Je kunt met rationele feiten die irrationele onrust niet wegnemen. Zeker niet als er sprake is van een vertrouwenstekort, zoals nu tussen de overheid en grote groepen burgers het geval is.” Dat zou de overheid zich beter moeten realiseren. “Neem mensen om te beginnen serieus. De meeste mensen hebben goed nagedacht voordat ze ergens tegen in opstand komen. Zet ze niet allemaal weg als ‘NIMBY’s’ of ‘wappies’. Gooi niet alle tegenstanders op één hoop. Maar analyseer juist goed uit welke groepen de tegenstand bestaat en zorg dat je voor elke subgroep de juiste toon vindt.”
In een volgend kabinet zou een Minister van Verbinding moeten worden aangesteld, vindt Van Wonderen. “Nu halen we bij elke crisis Johan Remkes van stal. Maar dan is er al maatschappelijke schade. Er moet structurele aandacht komen voor meer verbondenheid in de samenleving. Want alle crises hangen met elkaar samen. Die moet je niet geïsoleerd willen oplossen. Met een integrale aanpak zou het mogelijk moeten zijn om van polarisatie naar verbinding te komen.”