Te weinig jongvolwassen vluchtelingen met een verblijfsvergunning volgen een opleiding, terwijl dat wel hun integratie bevordert en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot. Waarom volgen zij dan geen onderwijs? En hoe kunnen we dat veranderen?
Dit onderzoek richt zich op jongvolwassen statushouders (18-30 jaar). Een opleiding is voor deze jongeren een belangrijke stap voor integratie. Ze leren de taal, bouwen een netwerk op, behalen een Nederlands diploma en krijgen zo meer kans op een baan. Het zou dus goed zijn om meer jongvolwassen statushouders een opleiding te laten volgen en hen daarbij te ondersteunen. De kwaliteit en mate van die ondersteuning is echter afhankelijk van de inzet en creativiteit van onderwijsinstellingen en de visie van gemeenten. En er blijken (grote) verschillen tussen hoe gemeenten en onderwijsinstellingen zich daarvoor inzetten.
Er zijn verschillende redenen waarom de jongeren soms lastig een opleiding instromen of doorlopen. KIS onderzocht welke elementen een rol spelen. We interviewden mensen die werken in het onderwijs, bij inburgeringstrajecten, koepelorganisaties, bij gemeenten en bij de landelijke overheid. En spraken met jongvolwassen statushouders die wel onderwijs volgen. Daarnaast bekeken we verschillende goede praktijkvoorbeelden gericht op meer onderwijsparticipatie van deze jongvolwassenen.
Op basis van de interviews en met behulp van de voorbeelden beschreven we de barrières die er zijn bij het beginnen met een opleiding en bij het goed doorlopen ervan. En we geven oplossingsrichtingen die de onderwijsdeelname van jongvolwassen statushouders kunnen verhogen. We hopen hiermee gemeenten, onderwijsinstellingen en andere belanghebbenden te inspireren, zodat alle organisaties samen actiever aan de slag gaan om de onderwijsparticipatie van jongvolwassene statushouders te vergroten.