Jongeren uit migrantengezinnen hebben een grotere kans op emotionele problemen dan autochtone jongeren. Toch krijgen zij veel minder professionele hulp. Dit vraagt om extra maatregelen, want jongeren kunnen zwaar lijden onder deze problemen. Ze kunnen op den duur leiden tot externaliserend probleemgedrag, sociale en schoolproblemen. Het is belangrijk dat vroegsignalering en toeleiding naar hulp verbeteren. Gemeenten hebben daarbij een centrale rol. Als regisseur van het jeugdbeleid moeten ze voorzien in een kwantitatief en kwalitatief toereikend systeem van jeugdhulp, dat ook laagdrempelig en herkenbaar is.
Ter ondersteuning van gemeenten heeft het Verwey-Jonker Instituut een plan van aanpak ontwikkeld. Het is gebaseerd op een grootschalig onderzoek van de Universiteit Utrecht naar vroegsignalering en zorggebruik onder jongeren en hun ouders van diverse afkomst. Het plan van aanpak voor internaliserend probleemgedrag omvat vier bouwstenen:
- (in)formele steun rondom ouders en jongeren (en hunnetwerken);
- nadere invulling van de taak van de klassenmentor;
- ondersteuning van zowel vrijwilligers als professionals;
- aandacht voor diversiteitproof werken.