Meer aandacht voor kinderen in aanpak kindermishandeling

Actualiteiten overzichtGepubliceerd op: 18-11-2022
Blog
Het taboe op huiselijk geweld is groot. Wie ermee te maken heeft, praat er vaak moeilijk over. Er is een afhankelijkheidsrelatie met de dader of men wil niet als slachtoffer gezien worden. “Toch is het belangrijk om erover te praten”, stelt wetenschappelijk directeur prof. dr. Majone Steketee. “En dan vooral met kinderen zodat de hulpverlening weet aan welke hulp zij behoefte hebben.”

We vinden huiselijk geweld – een verzamelnaam voor kindermishandeling en partnergeweld –  nog steeds een heel ongemakkelijk onderwerp. Jaarlijks hebben 1,2 miljoen Nederlanders van zestien  jaar en ouder er mee te maken. Twintig procent van de kinderen op het voorgezet onderwijs heeft te maken met dating violence, dat betekent dat al tijdens de verkeringstijd geweld wordt gebruikt. Jaarlijks overlijden kinderen en volwassenen als gevolg van huiselijk geweld. Helaas staat het onderwerp nog steeds niet hoog op de agenda.

Aanpak kindermishandeling

Toch is er de afgelopen jaren veel veranderd. Zeker als je bedenkt dat de eerste nota kindermishandeling pas in 2008 in Nederland verscheen. Het was de toenmalige minsister Rouvoet voor Jeugd en Gezin (Christen Unie) die de nota Gezinsbeleid uitbracht. Nog geen vijftien jaar geleden! Vijf jaar geleden ging het programma Geweld Hoort Nergens Thuis van start, dat flink aan de weg heeft getimmerd. Iedereen was blij met de regionale ondersteuning in de vorm van aandachtsfunctionarissen en financiële ondersteuning van vernieuwende programma’s. Maar typisch Nederlands: zo’n succesvol programma is na vier jaar weer afgelopen. Iedereen kreeg een jaar om af te bouwen en nu wordt het ondergebracht bij het programma toekomstscenario’s jeugdbescherming.

Veel mensen vragen of ik vind dat het glas half vol is of juist half leeg als het gaat om de aanpak van kindermishandeling? Het antwoord op deze vraag is dubbel. Het gaat immers beter met de gezinnen waar sprake is van kindermishandeling. Maar tegelijkertijd is er in de helft van de gezinnen nog steeds sprake van veelvuldig of ernstige vormen van directe of indirecte kindermishandeling. Bij kindermishandeling wordt meestal gedacht aan blauwe plekken, maar er zijn veel meer soorten van kindermishandeling, daar zal ik zo dieper op ingaan.

Dat kindermishandeling nog voortduurt in zoveel gezinnen terwijl ze bekend zijn bij de hulpverlening maakt dat je moet concluderen dat we er nog lang niet zijn. Het glas is dus half leeg. Maar als je kijkt naar de resultaten van de eerste cohortstudie die in 2014 is verschenen, toen was nog in geen enkel gezin het partnergeweld gestopt. Inmiddels is er bij één op de drie gezinnen daadwerkelijk geen sprake meer van kindermishandeling of partnergeweld. Dan is het glas weer half vol.

Gevolgen ontwikkeling

Wat mij vaak opvalt, is dat wanneer we het hebben over kindermishandeling, dan denken mensen onterecht dat het alleen om fysiek geweld gaat. Het is wettelijk bepaald dat psychisch geweld, fysiek geweld, verwaarlozing, seksueel geweld, maar ook getuige zijn van partnergeweld allemaal onder de noemer kindermishandeling vallen. Vooral partnergeweld heeft enorme negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van kinderen zoals hechtingstoornis, probleemgedrag, moeite op school en in veel gevallen posttraumatisch stress stoornis (PTSS). Belangrijk is dat er vanuit de hulpverlening steeds meer aandacht komt voor deze vorm van mishandeling.

Na de eerste cohortstudie waarin geconstateerd werd dat het geweld niet stopte, waren één op de drie kinderen klinisch getraumatiseerd en één op de vijf kinderen kampte met PTSS klachten. Voor de hulpverlening was dit een eyeopener. Daarom wordt er nu bij Veilig Thuis standaard gescreend op traumaklachten, want je moet die kinderen traumabehandeling aanbieden wil je dat het beter met ze gaat. Daarnaast moet er ook aandacht zijn voor de problemen van ouders, want we zien dat een grote groep ouders zelf getraumatiseerd is door de gebeurtenissen in het verleden en het heden. Des te meer omdat we inmiddels weten dat het trauma van de ouders, het trauma van de kinderen in stand houdt.

Ik vind het glas half vol, misschien ben ik een ras optimist. Ik heb gezien dat in de regio’s gelukt is om huiselijk geweld en kindermishandeling op de agenda te zetten en een gezamenlijke visie te ontwikkelen. Veel goede initiatieven zijn van de grond gekomen. Lokale wijkteams worden getraind om te zorgen dat de veiligheid van de gezinnen gewaarborgd wordt.

Veiligheidsplan

Pessimistischer ben ik over hoe kinderen betrokken worden bij de aanpak. Zij voelen zich vooral een informant voor hulpverleners, áls er al met hen gesproken wordt. Meer aandacht zou er moeten zijn voor wat kinderen nodig hebben om te herstellen van kindermishandeling. Ook moeten kinderen beter geïnformeerd worden over wat er vanuit de hulpverlening gebeurt. Ze moeten een eigen veiligheidsplan krijgen. Wat kunnen kinderen doen of wie kunnen zij inschakelen als het weer onveilig is. Praat echt met kinderen en zorg dat de afspraken die met hen gemaakt worden, ook vastgelegd worden, bijvoorbeeld in het prachtige praatboek voor kinderen dat ontwikkeld is door Patries Worms en Marieke van Gemert.

We zijn er nog lang niet zullen de pessimisten zeggen, maar als optimist vind ik dat we op de juiste weg zijn al is het een kwestie van lange adem voordat we er zijn.

 

 

 

Majone Steketee

Contact
Deel dit nieuwsbericht op: