Seksespecifieke hulpverlening als meetlat voor een kwalitatief goede zorg Deel I en Deel II

PublicatiesGepubliceerd op: 01-01-02
Instellingen in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en verslavingszorg zijn volop doende met het ontwikkelen en uitvoeren van kwaliteitsbeleid voor het verbeteren van de zorg. In opdracht van GGZ Nederland heeft het Verwey-Jonker Instituut onderzocht hoe de uitgangspunten van seksespecifieke hulpverlening integraal onderdeel kunnen worden van het kwaliteitsbeleid.

Seksespecifieke hulpverlening kan de kwaliteit van het hulpaanbod in de GGZ op twee manieren verhogen: door verdere integratie van seksespecifieke hulpverlening en door een kwaliteitsbeleid dat rekening houdt met de uitgangspunten van seksespecifieke hulpverlening.

Tijdens het onderzoek is nagegaan welke kwaliteitsstandaarden en instrumenten de GGZ-instellingen gebruiken en of deze voldoen aan de kwaliteitseisen vanuit het perspectief van seksespecifieke hulpverlening. Het onderzoek wijst uit dat de instellingen behoefte hebben aan een aangepast kwaliteitsinstrumentarium voor het intakeprotocol en het cliëntentevredenheidsonderzoek. Daarnaast is er behoefte om seksespecifieke hulpverlening binnen de instelling zichtbaarder te maken.

In het onderzoek zijn drie kwaliteitsinstrumenten ontwikkeld: een Model Intakeprotocol seksespecifieke hulpverlening (SHV), een Quick Scan SHV (een toetsingsinstrument voor de mate van integratie van SHV) en een aanvullende module SHV op de landelijke GGZ-thermometer voor waardering door cliënten.

In deel I van Seksespecifieke hulpverlening als meetlat voor een kwalitatief goede zorg staat de ontwikkeling van deze kwaliteitsinstrumenten beschreven. In deel II zijn de kwaliteitsinstrumenten zelf opgenomen.

Onderzoekers

Thema's

Deel deze publicatie op: