Dit rapport presenteert het onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut van december 2017 tot en met maart 2018 heeft uitgevoerd voor het Fonds Bijzondere Noden Rotterdam (FNBR) en de Stichting de Verre Bergen.
De aanleiding voor het onderzoek was dat het Fonds Bijzondere Noden Rotterdam (FBNR) sinds de oprichting in 2007 te maken heeft gekregen met een sterke stijging van het aantal aanvragen, namelijk van 360 in 2007 naar 2319 in 2016. De uitgaven in de zes grootste posten van het FBNR verdubbelen in de periode van 2010 tot 2016 van ruim €400.000 tot bijna €950.000.
Vanuit het FBNR was er de behoefte om de aanvragen te vergelijken met die van andere noodfondsen in de G4 om ervan te leren en de eigen koers nader te bepalen. Daarnaast is er vanuit het FBNR behoefte om meer inzicht te krijgen in de relatie tussen de uitgaven aan de Individuele Bijzondere Bijstand (IBB) en FBNR-uitgaven over de afgelopen jaren. Om deze inzichten te krijgen, is gebruik gemaakt van bestaande documentatie, registraties en zijn gesprekken gevoerd met directeuren/voorzitters van fondsen in de G4, hulpverleners, uitvoerings- en beleidsmedewerkers van de gemeente Rotterdam.
Daaruit blijkt dat de stijging in het aantal aanvragen bij het FBNR vanaf 2011 groter is dan bij de andere fondsen. Dit verschil kan begrepen worden doordat de andere fondsen afspraken hebben met de gemeente en leveranciers en deels omdat de andere fondsen (eerder) hun uitgavenbeleid hebben aangepast. Het FBNR zou in de toekomst meer kunnen samenwerken met de gemeente om processen te verbeteren en met private partijen afspraken maken over dienstverlening.