Hoe gaat het nu met de jongeren uit JeugdzorgPlus?

Cases
De JeugdzorgPlus is gericht op jongeren wiens ontwikkeling ernstig verstoord dreigt te raken en waarbij er zorgen zijn rondom de veiligheid, voor henzelf of hun omgeving. Het ministerie van VWS heeft in 2019, na ruim tien jaar JeugdzorgPlus, het Verwey-Jonker Instituut en de Hogeschool Utrecht gevraagd onderzoek uit te voeren onder een grote groep jongeren die ten minste vijf jaar geleden waren uitgestroomd uit de JeugdzorgPlus.

 

Dit als deel van de longitudinale effectmonitor JeugdzorgPlus, waarin wordt onderzocht in hoeverre jongeren profiteren van de hulp, en welke factoren daar invloed op hebben.

Het doel van het kwalitatieve onderzoek dat we samen met de HU uitvoerden, was in beeld te brengen hoe het nu gaat met de jongeren die tussen 2008 en 2012 in de JeugdzorgPlus verbleven. Hoe gaat het nu met ze, hoe kijken zij terug op hun verblijf in de JeugdzorgPlus en wat kunnen we van hen leren?

Follow up

Tevens diende het onderzoek als verkenning voor hoe JeugdzorgPlus instellingen op de langere termijn vorm en inhoud kunnen geven aan follow up onderzoek, waarbij ook de mogelijkheid voor het gebruik van CBS-gegevens en gegevens van gemeenten is bestudeerd.

Deel deze case op:

Tijdlijnmethode

 

In totaal spraken we 46 jeugdigen. Deze interviews werden uitgevoerd door getrainde studenten van Hogeschool Utrecht, met behulp van de tijdlijnmethode.

Op grond van de interviews en rekening houdend met de ontwikkelingen in de JeugdzorgPlus hebben we aanbevelingen geformuleerd voor JeugdzorgPlus organisaties en de professionals die er werkzaam zijn. Deze aanbevelingen en de resultaten van het onderzoek zijn te lezen in de rapport en de bijbehorende factsheet.

Wat hebben jullie mooi onderzoekswerk verricht en daarbij gekozen voor een hobbelige weg van de kwalitatieve interviews, maar met prachtige informatie over het leven na JeugdzorgPlus. De uitkomsten zetten me weer eens extra aan het denken en aan het sparren met onze cliënten, professionals en stakeholders.

Ignace Vermaes, directeur dienstverlening Pluryn

Wat hebben jullie mooi onderzoekswerk verricht en daarbij gekozen voor een hobbelige weg van de kwalitatieve interviews, maar met prachtige informatie over het leven na JeugdzorgPlus. De uitkomsten zetten me weer eens extra aan het denken en aan het sparren met onze cliënten, professionals en stakeholders.

Ignace Vermaes, directeur dienstverlening Pluryn

Wat vertellen de jongeren?

Jongeren voelen zich vaak weggestopt in een instelling en ervaren JeugdzorgPlus dan ook lang niet allemaal als behandeling. Sommige geven aan geen idee te hebben waarom ze in de instelling zijn geplaatst. Ze vinden dat er te weinig naar hen wordt geluisterd, te weinig samen wordt besloten wat passende hulp is, te weinig gewerkt wordt aan de oorzaken van hun problemen en ze niet goed worden voorbereid op de tijd na JeugdzorgPlus.

Als ze desgevraagd toch een paar positieve dingen van JeugdzorgPlus op moeten noemen, komen ze met de dagstructuur die ze in de instelling hebben aangeleerd. Soms was er een mentor die oprecht interesse in hen had of kregen ze een andere vorm van sociale steun, waardoor ze sterker en positiever in het leven konden staan. Vooral de persoonlijke gesprekken werden door de jongeren als nuttig ervaren, helaas is het aanbod in de meeste instellingen nog gericht op groepen.

JeugdzorgPlus kan door de feedback van jongeren die opgenomen zijn, sterk worden verbeterd. Er moet meer aandacht komen voor praktische ondersteuning en tijdig worden begonnen met de voorbereiding op het leven na JeugdzorgPlus. Ook is er meer aandacht nodig voor de emotionele verwerking van de opname en de weerslag die dat kan hebben op het zelfstandige leven daarna.

Gezondheid en zorg 2020

Hoe gaat het nu met jongeren uit de JeugdzorgPlus?

  • Asia Sarti,
  • Marie-José Geenen
ISBN 978-94-6409-003-1Download deze publicatie
Deel dit artikel