Wetgeving gewogen

Evaluatie van wet- en regelgeving inzake kinderpornografie
PublicatiesGepubliceerd op: 01-01-99
In 1996 is artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht betreffende kinderpornografie gewijzigd. Het doel van deze wijziging was zowel een effectievere bestrijding, als een grotere preventieve en ontmoedigende werking. De strekking van het artikel bleef hetzelfde, namelijk strafbaarstelling van iedere uiting die tot stand is gekomen door middel van seksueel misbruik van kinderen, ook wanneer het is opgeslagen in elektronisch beeldmateriaal. Ter begeleiding van dit artikel is de Handleiding van het college van procureurs-generaal verschenen.

In september 1998 heeft het Verwey-Jonker Instituut op verzoek van de Minister dit wetsartikel en de daarop betrekking hebbende Handleiding geëvalueerd. Tijdens het onderzoek heeft het college van procureurs-generaal de Handleiding vervangen door de Aanwijzing. Deze is in het onderzoek meegenomen. De wetsevaluatie richtte zich op drie dimensies:

  • De beoogde effecten van de wetswijziging;
  • De hanteerbaarheid van de thans geldende wettekst van het artikel 240b Sr.;
  • De reikwijdte van de wetsbepaling.

Hierbij is gebruik gemaakt van de volgende methoden: juridisch-statistisch onderzoek, jurisprudentieonderzoek, dossieronderzoek en interviews met sleutelfiguren van politie, justitie en de rechterlijke macht, die in de praktijk met zaken aangaande kinderpornografie te maken hebben.

Verder is de Aanwijzing van het college van procureurs-generaal, die in de plaats is gekomen van de Handleiding, beoordeeld door drie juridische experts.
Uit dit onderzoek blijkt dat het nieuwe artikel inderdaad tot een effectievere bestrijding van kinderpornografie heeft geleid. Ook de hanteerbaarheid en de reikwijdte werden, op enkele punten na, voldoende geacht. Vooral de problematiek omtrent de kinderpornografie op internet behoeft speciale aandacht. Daarentegen kon een ontmoedigende werking niet worden aangetoond. De Aanwijzing is een verbetering van de Handleiding, maar behoeft op een aantal onderdelen nadere verduidelijking. De communicatie met de politie verdient verbetering.

In het rapport zijn enkele aanbevelingen gedaan, waaronder een meer uniforme bovenregionale aanpak van kinderpornografie door de politie.

Onderzoekers

  • J. de Savornin-Lohman

Thema's

Deel deze publicatie op: