Lokale overheden, lokale instellingen en organisaties van uitkeringsgerechtigden staan voor het probleem dat maatschappelijke participatie via betaalde arbeid voor een belangrijke groep uitkeringsgerechtigden (vooralsnog) onbereikbaar ver weg is. Steeds meer mensen dreigen niet slechts economisch, maar ook sociaal uitgesloten te worden. Tegelijk krijgt de lokale overheid met de nieuwe Algemene Bijstandswet een nog belangrijker rol toebedeeld in beheer en beheersing van dit aspect van sociaal beleid.
Activerend welzijnsbeleid of sociale activering zijn de nieuwe verzameltermen voor de te organiseren alternatieven. Een lokale strategie om tot een plan voor sociale activering te komen is dan ook broodnodig. In de gemeenten Almelo, Breda en Arnhem is zo’n plan ontwikkeld. Daarbij is een werkwijze gevolgd gericht op voortdurende dialoog tijdens het proces van beleidsvorming. Een draagvlakonderzoek, een toekomstverkenning en het gezamenlijk ontwerpen van plannen zijn de ingrediënten van de werkwijze. Zij staan in dit rapport beschreven. Het bij elkaar brengen van de ervaringsdeskundigheid van uitkeringsgerechtigden, de interventiedeskundigheid van maatschappelijke instellingen en organisaties en de beleidsdeskundigheid van de lokale overheid is een werkbare strategie gebleken.
Een jaar na de start van het eerste draagvlakonderzoek zijn in de drie gemeenten lokale plannen op de rails gezet. Voor het beschrijven van definitieve resultaten is het nog te vroeg. Wel is er op drie niveaus nu reeds duidelijke winst geboekt. In de eerste plaats is er lokaal een gemeenschappelijke strategie bedacht om de maatschappelijke problemen die met langdurige baanloosheid samenhangen aan te pakken en hebben zoveel mogelijk relevante partijen zich daadwerkelijk aan die strategie gecommitteerd.
Verder zijn er enkele heldere principes, uitgangspunten geformuleerd waarover de betrokken partijen een grote mate van consensus hebben bereikt. Deze principes zullen ongetwijfeld helpen om korte en lange termijnvisie dichter bij elkaar te brengen. Het formuleren van deze principes heeft ook geholpen om elke betrokken partij een gelijkwaardige stem in het kapittel te geven en dus te overtuigen van het belang van de plannen. En ten slotte, wellicht het meest concrete: er zijn plannen bedacht waarin inzicht in (kennis over) en uitzicht voor de doelgroepen van de sociale activering rechtstreeks gekoppeld kunnen worden.