Volgens het kabinet is geweld in de huiselijke sfeer het grootste geweldsprobleem van onze samenleving. In 2003 gaf de Directie Coördinatie Emancipatie (DCE) van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opdracht om een lokale Vrouwenveiligheidsindex (VVI) te ontwikkelen. De aanleiding was dat er in Nederland geen adequate monitoring voorhanden is van de ontwikkelingen in de aard en omvang van vormen van geweld ‘achter de voordeur’.
Het is lastig om mensen op huiselijk geweld te bevragen, vanwege de grote gevoeligheid van het onderwerp. In dit rapport worden een aantal good practices beschreven, evenals de ervaringen opgedaan in vijf proeflocaties: Walcheren, Tilburg, Rotterdam, Haarlem en Limburg. In 2004 zijn op deze locaties bevolkingsonderzoeken gevolgd, gemonsterd en soms mede ontwikkeld door het Verwey-Jonker Instituut en TransAct.
Het blijkt zeker mogelijk om goede onderzoeksresultaten over huiselijk geweld te verkrijgen. Zowel in de aanpak van het onderzoek als in de formulering van de vragen, vraagt dat om de nodige sensitiviteit. Bovendien laat dit onderzoek zien dat een lokale VVI het beste kan aansluiten bij een lokaal of regionaal uitgevoerd bevolkingsonderzoek naar gezondheid of veiligheid. Een lokale Vrouwenveiligheidsindex is een succes, wanneer de komende jaren geweld achter de voordeur op zo uniform mogelijke wijze gemonitord blijft worden. Als andere gemeenten zich hierbij aansluiten komt het gewenste lokale en landelijke beeld van de problematiek beschikbaar.