Illegaliteit, onvrijwilligheid en minderjarigheid in de prostitutie een jaar na de opheffing van het bordeelverbod

PublicatiesGepubliceerd op: 01-01-02
Op 1 oktober 2000 is het algemeen bordeelverbod geschrapt uit het Wetboek van Strafrecht. Met de opheffing wordt beoogd dat gemeenten de vrijwillige prostitutie beter kunnen reguleren, onder meer door het invoeren van een gemeentelijk vergunningenbeleid. Tegelijkertijd worden vormen van exploitatie van prostitutie, waarbij sprake is van geweld, misbruik of misleiding of waarbij personen zonder geldige verblijfstitel of minderjarigen betrokken zijn, strenger gestraft. Aan de Tweede Kamer is door het ministerie van Justitie toegezegd dat de effecten, evenals de eventueel optredende ongewenste neveneffecten, gedurende twee jaar na de inwerkingtreding van de wet gevolgd en geëvalueerd zouden worden.

Dit rapport betreft een deel van die evaluatie, namelijk het onderzoek naar onvrijwillige prostitutie, prostitutie door minderjarigen en illegale prostitutie, en de mogelijke verschuiving van problemen door de opheffing van het bordeelverbod.

Uit het onderzoek komt naar voren dat ruim een jaar na de wetswijziging de strafbare vormen van prostitutie: illegaliteit, onvrijwilligheid en minderjarigheid, beslist geen uitzondering zijn. Prostituees zonder geldige verblijfsvergunning zijn nog steeds werkzaam, niet alleen in moeilijker te controleren sectoren zoals de straatprostitutie, het thuiswerk en de escort, maar ook in sectoren waar de handhaving eenvoudiger is, zoals de raamprostitutie en de clubs. Ook onvrijwilligheid komt in meerdere verschijningsvormen voor, met name in de escort en in de straatprostitutie. Er is sprake van mensenhandel, vooral in vrouwen en meisjes in Oost-Europese landen.

Ook zien we een aantal verschuivingen in de problemen die deels te maken hebben met de nieuwe wet. Door de decentralisatie van het prostitutiebeleid geschiedt de invoering van de wet en de bijbehorende handhaving niet gelijktijdig en ongelijkmatig. Gevolg is dat er verschuivingen optreden tussen gemeenten: vooral de strafbare vormen verplaatsen zich van gemeenten waar meer en strenger wordt gecontroleerd naar gemeenten waar minder of minder streng wordt gecontroleerd. Tevens duikt prostitutie op andere, oneigenlijke plekken op, zoals fabrieksterreinen en parken, met andere verschijningsvormen en grotere onzichtbaarheid. Daarnaast treden verschuivingen op van strafbare vormen van exploitatie van prostitutie vanuit de gereguleerde sector naar prostitutiesectoren die niet gereguleerd zijn, zoals straatprostitutie of 06-prostitutie. Of naar sectoren die wel gereguleerd, maar nauwelijks controleerbaar en beheersbaar zijn, zoals thuiswerk en escort, maar ook virtuele bemiddeling en virtuele exploitatie via internet.

Er lijkt een kloof te ontstaan tussen het lokale niveau waarop gehandhaafd wordt en het regionale, landelijke en soms internationale niveau waarop de prostitutie zich organiseert. Een uitsluitend lokaal gerichte aanpak is gezien de moeilijk controleerbare vormen van prostitutie dan ook niet afdoende.

Onderzoekers

  • Marjolein Goderie
  • Sandra ter Woerds
  • Frans Spierings

Thema's

Deel deze publicatie op: