Binnen de transformatie van het sociaal domein is eigen kracht een centraal begrip. Het wordt gezien als hét wondermiddel in de participatiesamenleving. Maar wat houdt het eigenlijk in?
In hun beleidsnota’s onderkennen veel gemeenten het belang van eigen kracht, maar werken zij het begrip weinig uit. In de literatuur is er geen consensus over de invulling van het begrip. Professionals werken vaak met impliciete, uiteenlopende definities. Er is een zekere professionele verlegenheid met het begrip eigen kracht.
In dit rapport presenteren we een voor professionals richtinggevende conceptualisering van eigen kracht: Wat is eigen kracht nu precies? Welke aspecten van eigen kracht kunnen we onderscheiden? En hoe verhoudt het begrip eigen kracht zich tot begrippen die vaak in een adem worden genoemd, zoals zelfregie, zelfregulatie en zelfredzaamheid? We zien eigen kracht als persoonlijk kapitaal van mensen.
Het kent drie dimensies. Mensen kunnen eigen kracht aanwenden om bepaalde doelen te realiseren. We kijken in deze studie ook hoe de omgang met eigen kracht in de dagelijkse praktijk van professionals in het domein van jeugd en gezin aansluit bij ons concept van eigen kracht. En we bekijken op welke wijze bestaande, erkende interventies gericht op het versterken van eigen kracht en instrumenten die ingezet worden om eigen kracht in te schatten of te meten, aansluiten bij ons concept.