Allochtone ouderen weten vaak niet de weg naar algemene instellingen. Op hun beurt hebben instellingen op het terrein van zorg en welzijn te weinig ervaring met hulpvragen van allochtone ouderen. Een vicieuze cirkel die moeilijk te doorbreken is.
De laatste jaren groeit de aandacht voor dit vraagstuk. Instellingen zetten projecten op om een passend aanbod aan allochtone ouderen te realiseren. Vijf instellingen zijn op initiatief van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn samen aan de slag gegaan om hun drempels voor allochtone ouderen te verlagen. Het Verwey-Jonker Instituut heeft via een methode van zelfevaluatie een jaar lang hun vorderingen op de voet gevolgd.
De ervaringen van deze vijf instellingen staan centraal in dit rapport. Praktijkwerkers vertellen hoe Surinaamse ouderen hun intree doen in een verzorgingshuis, hoe Chinese ouderen een beroep gaan doen op de ouderenadviseurs en hoe Turkse en Marokkaanse ouderen de weg vinden naar dienstencentra, maatschappelijk dienstverlening en opbouwwerk.
Het is geen gemakkelijke opgave om instellingen toegankelijker te maken voor allochtone ouderen. Veel hangt af van de persoonlijke inzet van praktijkwerkers en het vertrouwen dat zij van de doelgroep weten te winnen. Een flexibele opstelling en doorzettingsvermogen bevorderen het resultaat. Voor een blijvend effect zijn structureel financiering, organisatorische inbedding en een breed draagvlak binnen en buiten de instelling noodzakelijk.
Een kwestie van lange adem is bestemd voor praktijkwerkers in de ouderenzorg die hun aanbod beter willen afstemmen op de vraag van allochtone ouderen en voor allen die vanuit de overheid of ondersteunende instelling betrokken zijn bij de ouderenzorg.
Eerder verschenen bij NIZW Uitgeverij, Utrecht
Bestelnr. E12046