Complottheorieën moeten we niet serieus nemen, complotdenkers wel

Actualiteiten overzichtGepubliceerd op: 20-10-2020
Blog
‘De hele Nederlandse staat en de buitenlandse staat is gewoon één groot pedofielennetwerk,’ schamperde ze kortaf tegen de verslaggever. Terwijl ze dit zei, haalde ze lichtjes haar schouders op, alsof haar bewering volkomen vanzelf sprak. Ze stond op het Museumplein in Amsterdam, waar ze meedeed aan een demonstratie van de QAnon-beweging, die gelooft dat Donald Trump samen met enkele insiders de strijd heeft aangebonden met een mysterieuze elite die in het geheim de wereld bestuurt. De leden van deze elite zouden samen satanistische rituelen uitvoeren waarbij ze het bloed van baby’s drinken. En ze doen massaal aan kindermisbruik.

 

Natuurlijk zijn overtuigde QAnon-aanhangers extreme gevallen, maar de coronacrisis is voor verrassend veel mensen reden om de overheid diep te wantrouwen. In een Ipsos-peiling van mei dit jaar zei 4% van de respondenten te geloven dat het coronavirus iets te maken heeft met de aanleg van het 5G-netwerk; 5% geloofde dat Microsoft-oprichter Bill Gates betrokken was bij de ontwikkeling van het coronavirus en 15% meende dat het coronavirus een uit een laboratorium ontsnapt biologisch wapen is. Verder merkte de NCTV recentelijk in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland op dat complotdenkers de polarisatie en maatschappelijke spanningen in Nederland verergeren. En inderdaad: rond het Binnenhof zijn de spanningen zo hoog opgelopen dat Kamervoorzitter Arib burgemeester Van Zanen van Den Haag heeft gevraagd om actie te ondernemen tegen demonstranten die politici bedreigen en belagen. Hoe is dit allemaal mogelijk? Hoe kan het dat mensen in deze coronatijd ineens vaker voor complottheorieën vallen?

 

Grote gevolgen, dus ook een grote oorzaak

We moeten hier meer onderzoek naar doen, maar op basis van wat er bekend is over de ontvankelijkheid van mensen voor complottheorieën, kunnen we wel een idee krijgen over waar de recente opleving van het complotdenken vandaan komt.

In de eerste plaats zijn mensen geneigd om bij grote gevolgen ook een grote oorzaak te zoeken, zo blijkt onder meer uit psychologische experimenten. Deze neiging is ook terug te zien bij complotdenkers, die maar moeilijk kunnen accepteren dat grote gebeurtenissen onbeduidende oorzaken kunnen hebben. Een labiele sloeber met een roestig geweer die president Kennedy vermoordt? Zit een complot achter. Negentien man die op 11 september 2001 de Twin Towers en een deel van het Pentagon in de as leggen en zo de loop van de geschiedenis veranderen? Dat kunnen ze nooit alleen gedaan hebben. Het coronavirus heeft diezelfde voor sommige mensen ongeloofwaardige combinatie van een onnozele oorzaak en grote gevolgen. Op een markt in China springt een ziekte van een dier over op een mens en daarom leggen regeringen over de hele wereld het dagelijks leven stil? Daar moet meer achter zitten.

Gevoelens van onmacht

Ten tweede hangen mensen complottheorieën aan om gevoelens van onmacht weg te nemen. Complotdenken kan hen daarbij helpen. Het maakt complexe en stressvolle situaties begrijpelijk en stelt hen in staat om hun inspanningen ergens op te richten. Door informatie te zoeken, te discussiëren en te demonstreren, krijgen mensen het gevoel dat ze niet helemaal hulpeloos zijn. Verschillende studies hebben uitgewezen dat gevoelens van machteloosheid vaak voorkomen onder mensen die in samenzweringstheorieën geloven. Zeker in de huidige periode, waarin het dagelijks leven ontregeld raakt en de toekomst onzeker is, zullen meer mensen zich machteloos voelen en valt te verwachten dat de ontvankelijkheid voor complottheorieën ook toeneemt.

Algoritmes

Ten derde is de leefsituatie van veel mensen onder de coronamaatregelen bevorderlijk voor de verspreiding van complottheorieën. In een recent rapport constateerde het Institute for Strategic Dialogue dat de aantallen social media-gebruikers die het over QAnon hadden in verschillende landen sterk toenamen na het ingaan van de lockdowns. Niet al deze gebruikers zijn QAnon-aanhangers, maar sommigen zeker wel. Zij kwamen thuis te zitten, begonnen zich te vervelen en brengen nu veel meer tijd door op social media. Daar klikken ze, geleid door de algoritmes, van de ene complotvideo door naar de andere. Door steeds maar weer nieuwe complotvideo’s aan te bieden, zorgen platforms als Facebook, Twitter en YouTube ervoor dat mensen die er al ontvankelijk voor waren steeds verder in de ban van de QAnon-theorieën raken.

 

Serieus nemen

Voor een juiste omgang met complotdenken is een goed begrip van dit soort onderliggende factoren essentieel. Het is verleidelijk om nog maar weer eens met de feiten te komen, maar daarvan is het risico dat het alleen maar averechts werkt. Daarom is het beter om uit te zoeken hoe en onder welke omstandigheden mensen bij complottheorieën terecht zijn gekomen. Het is goed mogelijk dat een dergelijke analyse laat zien dat het wantrouwen tegen de overheid voortkomt uit hele legitieme bezwaren, bedenkingen en zorgen. En dat kan weer leiden tot nieuwe ideeën over wat we ertegen kunnen doen zonder dat we eindeloze discussies over QAnon of Bill Gates hoeven te voeren. Is het bijvoorbeeld inderdaad zo dat machteloosheid een factor is, dan is het zinvol om na te denken over nieuwe vormen van burgerparticipatie in het coronabeleid. Met deze manier van denken nemen we niet de complottheorieën, maar wel de complotdenkers serieus.

 

Teun van Dongen

Deel dit nieuwsbericht op: