Monitors met betrekking tot de mentale gezondheid van jongeren in Nederland tonen aan dat meiden vaker mentale gezondheidsproblemen rapporteren dan jongens. Hoewel er op sommige vlakken een lichte verbetering in het mentaal welbevinden van jongeren wordt waargenomen, blijven ook na de coronacrisis de gerapporteerde mentale gezondheidsproblemen bij meiden op een hoger niveau dan bij jongens.
Op verzoek van het ministerie van VWS deed het Verwey-Jonker Instituut onderzoek naar de factoren die bijdragen aan de trendververschillen in mentale gezondheid onder jongeren en wat dit betekent voor de praktijk. We keken hiervoor naar recente onderzoeken en monitors en spraken met jongeren en professionals op het gebied van mentale gezondheid. Op basis daarvan zijn de volgende aanknopingspunten voor beleid geformuleerd:
- Investeer in diversiteitsensitief beleid en onderzoek.
- Schenk aandacht aan taalgebruik.
- Zorg voor aansluiting van monitoring- en vraagmethoden bij jongens.
- Analyseer bestaande data dieper.
- Zet in op laagdrempelige preventie en vroeg signalering.
- Bevorder positieve rolmodellen en doorbreek schadelijke gendernormen.
- Bied laagdrempelige interventies aan.
- Betrek jongeren actief bij beleid en interventies.
- Zorg voor structurele aandacht voor LHBTIQ+ jongeren.
- Vergroot de toegankelijkheid van hulp.
- Blijf ook aandacht en beleid ontwikkelen voor jongens.
Voor beleid betekent dit dat er oog moet zijn voor het gegeven dat mentale gezondheid zich op verschillende manieren kan manifesteren. Daarbij is het belangrijk om te blijven investeren in ondersteuning van meiden én nadrukkelijk ook in het beter herkennen van problemen bij jongens en LHBTIQ+ jongeren. De focus moet liggen op contextueel maatwerk: interventies die aansluiten op leefwereld, taalgebruik en uitingsvormen van jongeren van verschillende genders.