Er is nog weinig bekend over kinderen die vanwege traumatische ervaringen door psychiatrische en/of geweldsproblematiek bij een van de ouders geen contact meer willen nadat ouders uit elkaar zijn gegaan. Ook ontbreekt inzicht in de behoefte aan ondersteuning en hulp van deze kinderen en de ouders. In dit rapport van Verwey-Jonker Instituut wordt op grond van literatuuronderzoek, casusonderzoek en groepsgesprekken met professionals op deze problematiek ingegaan en worden aanbevelingen gedaan. Uitgevoerd in opdracht van Stichting Kind in Crisis (KiC).
Geblokkeerde ouder-kindrelaties
Er zijn veel verschillende redenen waarom kinderen (tijdelijk) geen contact willen met een van de ouders en er worden verschillende termen gebruikt. De term ‘geblokkeerde ouder-kindrelaties’ biedt ruimte om met een open blik de feiten en de dynamiek tussen ouders onderling, tussen ouders en kinderen en met de sociale omgeving te onderzoeken en tot een stappenplan te komen. Bij gezinnen met een geblokkeerde ouder-kindrelatie is de situatie dikwijls zo complex dat er geen eenduidige oplossing is.
Resultaten
Uit het onderzoek komt naar voren dat contact met beide ouders alleen het beste is voor het kind wanneer het veilig genoeg is en ouders goed genoeg kunnen opvoeden. Als kinderen onveiligheid en geweld meemaken, is de negatieve impact hiervan vaak groter dan het positieve effect van regelmatig contact met beide ouders na scheiding. Door geen contact te hebben met de agressieve ouder ontstaat rust en ruimte en voelt het kind zich veiliger en zelfverzekerder.
Het recht op omgang en de verantwoordelijkheid een goede ouder te zijn, zijn twee verschillende opgaven. Het huidig onderzoek laat zien dat het van groot belang is om het juridische recht op omgang te koppelen aan de pedagogische belangen van het kind. Voor een kind kan het contact met een van de ouders te ontwrichtend zijn en dan is het blijven inzetten op omgang (zeer) schadelijk voor een kind.
Aanbevelingen
De belangrijkste aanbevelingen uit het rapport zijn:
- Vergroot de kennis in de keten
- Geef meer ruimte aan het pedagogische belang van het kind, waaronder veiligheid
- Meer aandacht voor de stem van het kind in het juridische traject
- Meer onderzoek naar voorwaarden voor contact bij jonge kinderen en naar de vertaalslag van good practices uit het buitenland