Verslag KIS Jaarbijeenkomst 2019

Geloven in een seculiere samenleving
Actualiteiten overzichtGepubliceerd op: 15-05-2019
Artikel
Het geloof is terug van weggeweest. En die comeback – zichtbaar in de samenleving, jaren na de ontzuiling – voelt soms wat ongemakkelijk. Er worden open zenuwen geraakt, religie creëert morele verlegenheid en leidt tot spanningen. Wat is nu eigenlijk de plaats van religie in het seculiere Nederland? Die vraag stond maandagmiddag centraal tijdens de Jaarbijeenkomst van KIS. De bijeenkomst ‘Geloven in een seculiere samenleving’ in het NBC Congrescentrum in Nieuwegein trok bijna tweehonderd belangstellenden, met onder hen veel beleidsmakers bij gemeenten en andere overheidsinstellingen en professionals werkzaam bij maatschappelijke organisaties.

Hoewel we in Nederland uitgaan van de scheiding van kerk en staat, speelt religie voor veel mensen in onze diverse samenleving een belangrijke rol. Geloof betekent voor hen een vorm van richting en vrede, van houvast en troost. Maar maatschappelijk gesproken heeft het de potentie van een splijtzwam, zei wetenschappelijk directeur Hans Boutellier van KIS in zijn aan minister Koolmees gerichte jaarbericht. Bijvoorbeeld wanneer de interpretatie van religieuze normen en waarden leiden tot negatieve beeldvorming. Tot polarisatie en soms zelfs tot regelrechte haat.

Onverschilligheid

De scheiding van kerk en staat was in de achttiende eeuw een vorm van pacificatiepolitiek, het zorgde voor een einde aan de christelijke godsdiensttwisten. Sindsdien was de basishouding in Nederland volgens Boutellier vooral: ‘geloof wat je wilt, maar val mij er niet mee lastig’.

Maar terwijl Nederland in de jaren zestig ontzuilde en zo verder seculariseerde, kwamen de eerste naoorlogse migrantengroepen binnen en deden nieuwe geloven hun intrede. De onverschilligheid bleef onveranderd, zo stelde Boutellier. Die houding is volgens hem niet meer vol te houden, daarvoor zijn er te veel wrijvingen tussen opvattingen, is er te veel commotie over openbare geloofsuitingen en zijn er teveel venijnige conflicten tussen fanatieke religieuzen en nationalistische groeperingen.

Het schuurt, zei Boutellier. Een schoolreisje tijdens de ramadan, het gebruik van een gebedsruimte, bedekkende kleding, wel of geen hand schudden. De incidenten werden in de pers breed uitgemeten.

Naar het essay van Hans Boutellier

Dat is ook minister Koolmees een doorn in het oog. Hij noemde in zijn videoboodschap vanuit Den Haag, als reactie op het jaarbericht van KIS, het voorbeeld van acteur Nasrdin Dchar. Die poste vlak voor Kerst op Instagram een foto van hem in djellaba naast zijn kerstboom. Koolmees: ‘Hij kreeg een stortvloed aan kritiek en bedreigingen uit alle hoeken. Variërend van ‘hij is geen goede moslim’ tot ‘ze pakken ons kerstfeest af’.’

‘Extreme geluiden kregen in de media de meeste aandacht. Terwijl een enkel bijzinnetje vermeldde dat waarschijnlijk steeds meer moslims een kerstboom thuis hebben staan. Het gecompliceerde, gelaagde verhaal en de feiten, dáár lijkt weinig interesse naar’, aldus Koolmees.

Laagjes

Verhalen en mensen hebben laagjes, Koolmees nam zichzelf als voorbeeld: ‘Ik ben niet alleen Rotterdammer, maar ook Nederlander en Europeaan. Ik ben politicus, vader en voetbalfan. En ik ben dan wel een Feyenoord-supporter in hart en nieren, maar ik moet toegeven dat ik recentelijk ook een paar keer heb gejuicht voor de doelpunten van Ajax. Een soortgelijke gelaagdheid zie je ook terug in recent onderzoek van KIS. Daaruit blijkt dat individuele mensen veel genuanceerder denken dan het publieke debat doet vermoeden.’

Niemand van ons past, volgens hem, in een hokje. Als je de ander beter leert kennen, kom je er achter dat we helemaal niet zo anders denken over de toekomst. Iedereen – ongeacht geloof – wil wonen in een veilige, fijne buurt. Iedereen wil zonder zorgen leven en het beste voor zijn kinderen, zo stelde Koolmees.

De verschillen zijn niet zo groot. Er wordt soms uitvergroot, het is maar wat je wilt zien, of voor politiek gewin kunt gebruiken. Daar kwam rapper en woordkunstenaar Atta de Tolk later, in zijn ‘slotrap’, op terug:

‘De ene volgt de soenna
de ander de tien geboden
de ander kijkt ze aan van
jullie moeten allebei stoppen met roken’

Sabotage

Nederland is ook minder gepolariseerd dan media en politici ons doen geloven, zo luidde de boodschap van de minister. ’Met de energie waarmee we extremen in leven houden en uiteindelijk het succes van onze eigen samenleving saboteren, zouden we ons ook kunnen richten op zaken die er toe doen én op dat wat we samen delen: ons burgerschap. Het gaat er niet om of mensen Christen, moslim, of ietsist zijn, of zoals ik, nietsist. Het uitgangspunt, veel breder, gaat over begrip voor de ander.’

Boutellier sprak over een religieuze warboel en seculiere chaos die hij ziet ontstaan. Hij pleitte voor een herijking van morele uitgangspunten en restauratiewerkzaamheden aan onze democratische rechtsstaat. Steeds meer gelovigen voelen seculiere druk, Immanuel Kants samenleving waarin iedereen zichzelf kan zijn binnen de normen van de wet staat daarmee onder druk.

‘Misschien hebben we de democratische rechtsstaat wel teveel aan juristen overgelaten – als iets dat alleen nog wat juridisch onderhoud nodig heeft. Maar een democratische rechtsstaat moet niet alleen technisch, maar ook humaan, moreel, intellectueel en cultureel in orde zijn.‘ Boutellier wil stevige discussie: ‘In plaats van een rustig bezit moet de rechtsstaat een bron van debat en onrust zijn. Niet om haar af te vallen, maar om haar sterker te maken.’

Koolmees juicht dat debat toe: ‘Maar laten we dat doen met begrip voor elkaars verschillen en gelaagdheid. En ja, natuurlijk moeten we daar grenzen aan stellen, zoals het kabinet recentelijk heeft gedaan door een omstreden en onverdraagzame Amerikaanse prediker te weren. Daarmee houd je immers het kostbare bouwwerk dat we samen hebben opgebouwd in stand. Het laat niet alleen zien dat onze democratische rechtsstaat werkt, maar ook dat deze springlevend is.’

Lastige dossiers

Het weren van ‘haatprediker’ Steven Anderson: het zijn dit soort dilemma’s die Mark Roskam Abbing, directeur Samenleving en Integratie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de lastigste dossiers noemt. ‘We zijn als overheid neutraal, maar soms moeten we grenzen stellen aan de vrijheid van religie. Bijvoorbeeld bij anti-integratieve, anti-democratische gedragingen. Die hoeven niet altijd strafbaar te zijn, maar ze zijn soms wel problematisch. Dan moeten wij, als onafhankelijke overheid, ingrijpen. Dat is dan onderhoud aan onze rechtsstaat’, aldus Roskam Abbing.

Na de toespraken van Boutellier, Koolmees en Roskam Abbing bogen zaal en een panel met onderzoeksjournalist/mediadocent Zoë Papaikanomou, docent Islamstudies aan de VU Mohamed Ajouaou en jongerenwerker Mathéus Sales de Moura van Youth for Christ zich over stellingen. Liefst 70 van de aanwezigen stemde dat geloof versplintert, tegen 100 die vinden dat geloof verbindt. De stelling: ‘In naam van religie wordt de democratische rechtsstaat ondermijnd’ kreeg 86 stemmen tegen 79 voor: ‘Door verregaande secularisering wordt vrijheid van godsdienst uitgehold’.

Na een ronde workshops met zeer interessante, soms schurende thema’s, over bijvoorbeeld weigerhulpverleners, LHBT-acceptatie in de moskee en samenwerken met orthodox religieuze organisaties, sloot Atta de Tolk de bijeenkomst af:

‘Respect en inclusie
zijn in alles essentieel
maar vooral in onze samenleving
maken deze twee het verschil
het verschil om rustig te spreken wanneer iemand gilt
als we niet luisteren, blijven we beter stil’

Naar het KIS jaarbericht

Ahmed Hamdi

Contact
Deel dit nieuwsbericht op: